vrijdag 25 september 2020

18 sep 20 Villa dei Vescovi in Luvigliano en de Abdij van Praglia

Vrijdag 18 september:  De Italiaanse vriend van de Poolse Susanna heeft ons verteld dat hier dichtbij de Villa Vescovi te bezichtigen is: een villa gebouwd als zomerverblijf voor de bisschoppen van Padua. We hebben om 16u00 gereserveerd bij de Abdij van Praglia die in de capitoolgids van Italië als bezienswaardig vermeld staat. We kunnen eerst naar de Villa Vescovi in Luvigliano en dan door naar de Abdij van Praglia. 


Het is een prachtige rit door de Colli Eugani; een heuvelachtig landschap met een rij oude/gedoofde vulkanen. De villa is gebouwd rond 1450 en wordt een architectonisch juweel genoemd; aan de bouw heeft oa Giulio Romano (die we deze vakantie al meer tegenkwamen) meegewerkt. De 'tuinen' zijn ook te bezichtigen, maar daar begrijp ik de clou niet van. Het zijn wijngaarden, een rij Hydranchea's, wat miezerige kersenboompjes en wat gras met een paar potten granaatappels - met een prachtige bloeiwijze. 



Maar de villa is mooi en er waait een heerlijk fris briesje doorheen omdat aan alle kanten loggia's en/of ramen en deuren zijn; althans op de de eerste verdieping, de piano nobile/woonverdieping, . De vele muurschilderingen die een samenspel vormen met de natuur rondom de villa, zijn van de vlaming Lambert Sutris. 




Deze villa en de wandschilderingen zijn een voorbeeld geweest voor veel villa's en voor de onderwerpen van de schilder Veronese. De villa is in 1962 in privé bezit (van Vittorio Olcese) gekomen en gerenoveerd. Na de dood van Olcese is de villa door zijn weduwe en zoon opengesteld voor publiek. Er is een café in het souterrain (nu gesloten ivm Covid) en men kan er overnachten: ik denk in een van de bijgebouwen. We genieten op de lounge loggia van het briesje en het uitzicht voordat we de tocht naar Praglia hervatten. 


De Abdij heeft een kerk met een brede gevel die niet lijkt te passen bij de rest van het gebouw. We wachten in de winkel die enorm naar kruiden ruikt en op een apotheek lijkt. Kruiden kweken en wijn maken waren ooit de hoofdbezigheden van de 30 monniken die hier nu nog wonen. De congregatie bestaat uit 41 monniken. 


Ook hier, zoals in veel musea, wordt onze temperatuur gemeten; door de 'vrolijke' monnik die ons rondleidde. Je krijgt dan een thermometer tegen je voorhoofd en ik wachtte altijd op een giftig pijltje (Russisch roulette.....)   Hier en daar meten ze gewoon op de arm ... 


De monnik die ons rondleidt doet enorm zijn best om duidelijk te praten als hij hoort dat ik wat Italiaans versta. Ik kan hem dan ook voor 90% goed volgen. De Benedictijner Abdij is in de 11e eeuw gesticht. Er zijn vier kruisgangen/binnentuinen, waaronder 1 kruidentuin, omsloten door overdekte wandelgangen. En van de tuinen bevindt zich op 8 meter hoogte (dus net als de 'hangende' tuinen die we eerder hebben gezien). 


De zuilen in de eerste tuin zijn afwisselend rood en wit, gemaakt van resp. rode marmer uit Verona en witte marmer uit Istrië. 


Het kloosterleven 'begint' en 'eindigt' in de Kapittelzaal - waar men fresco's ziet van Tessari. Er zijn 3 grafkelders waarin de monniken tot enige jaren geleden werden bijgezet


De tuin op de verdieping heeft een opvangsysteem voor water; daaronder is dus een cysterne die nu niet meer in gebruik is. 



De enige verdieping op het klooster is bestemd voor de bibliotheek. De bibliotheek uit de 16e eeuw mag helaas niet bezichtigd worden omdat die van de staat is en daar nu de COVID regels gelden: alleen toegankelijk voor mensen die er iets doen moeten. Dat is jammer. 

De eetzaal/refter met bewerkte notenhouten banken, een fresco van Montagna, 2 wasbekkens en een kansel van waar tijdens de maaltijden uit de bijbel wordt voorgelezen, noemt men de meest elegante ruimte van het klooster. 






bijtjes


We genieten nog even van het uitzicht op de kleine loggia en gaan dan de kerk in en de rondleiding is afgelopen. De kerk werd gebouwd tussen 1490 en 1550 door Lombardo de Venetiaan die we in Venetië ook vaak hebben gezien. Derhalve ook veel kunst van Venetianen maar ook van Veronese, die we al bijna herkennen. 



Wwe rijden een mooie en vlakke rit terug naar de camping en gaan daar lekker zwemmen. 

We gaan voor "een happy hour" naar de bar waar men in het weekend kan happen en snappen en ik neem een glas lokale prosecco die hier natuurlijk niet zo genoemd mag worden; genieten! De Poolse Susanna,die ons ontving bij aankomst hier, runt de bar en maakt een Ciabatta pizza. Er komen nog meer gasten en het wordt gezellig. Op mijn verzoek draait ze muziek uit de sixties. Wat was het weer een fijne dag.


                      SALUTE !!!

Grazie Susanna: era un piacere essere da te !! Cari saluti di Madelon e Betske; per te, il tuo amico, e anche per Luisa e suo marito, il padrone; bacio e abbraccio !! Spero che ci rivediamo una volta.......


Geen opmerkingen:

Een reactie posten